Het Voedingscentrum adviseert in de nieuwe Schijf van Vijf om maximaal twee tot drie eieren per week te eten. De samenstellers erkennen dat eieren rijk zijn aan vitamine A, vitamine B2, vitamine B12, vitamine D, foliumzuur, fosfor, seleen, ijzer en zink, maar stellen ook dat het “minder positief is” dat eieren cholesterol en verzadigd vet bevatten.
Allereerst is de lichaamseigen productie van cholesterol afhankelijk van de inname vanuit de voeding. Wordt er meer cholesterol gegeten, dan produceert het lichaam zelf minder cholesterol en omgekeerd. De invloed van cholesterol op de bloedwaarden is daardoor minimaal. Dit geldt ook wanneer men cholesterolrijke voedingsmiddelen eet zoals eieren.
Er is echter wel een ‘maar’: er bestaan mensen waarbij dit cholesterolmechanisme niet goed werkt. Dit zijn dragers van het zogenaamde APOE4-allel. Bij deze mensen is de impact van cholesterol in de voeding groter dan bij mensen die geen APOE4 hebben. Moeten we ons voor de zekerheid dan maar aan die twee tot drie eieren per week houden?
Onderzoekers van de Kuopio Universiteit van Finland analyseerden de voedingsgegevens van meer dan 1000 Finse mannen tussen de 42 en 60 jaar. Deze werden gedurende 21 jaar verzameld binnen de Kuopio Ischaemic Heart Disease Risk Factor Study. Geen van de deelnemers had aan het begin van het onderzoek gediagnosticeerde hart- of vaatziekten.
Uit het onderzoek blijkt dat een hoge inname van cholesterol via de voeding niet gerelateerd is aan het risico op hart- en vaatziekten. Deze uitkomst geldt in ieder geval tot een inname van 520 mg cholesterol per dag. Verhoogde bloedwaarden cholesterol werden ook niet gevonden bij dragers van APOE4.
Ook wanneer er specifiek naar de consumptie van eieren werd gekeken, bleek dit geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten met zich mee te brengen. Deze uitkomst geldt in ieder geval tot een inname van zeven eieren per week, het hoogste aantal dat er gemiddeld werd gegeten.
Tevens bleek er geen verband te bestaan tussen cholesterol in de voeding en verdikking van de halsslagader. De dikte van de wand in deze ader is een marker voor subklinische atherosclerose. Eieren verhogen dus ook niet het risico op slagaderverkalking.
Aangezien de consumptie van eieren geen verhoogd risico op hart- en vaatziekten met zich meebrengt, is het logisch dat ook de inname van verzadigd vet via eieren dit risico niet verhoogt. Bovendien zorgen verzadigde vetten ervoor dat de vertering vertraagt, waardoor men langer een verzadigd gevoel heeft. Verzadiging is de sterkste troef tegen overeten, bijvoorbeeld van producten met toegevoegd suiker. Van suiker wordt het inmiddels steeds duidelijker dat dit wel het risico op hart- en vaatziekten verhoogt.